Bildung staat voor vorming. Persoonlijke vorming die gericht is op creatief, zelfstandig en genuanceerd denken en handelen. Ten dienste van onszelf en in nauwe samenhang met anderen.
Het is dus geen vak dat je leert op school. Het is een werkwoord dat levenslang met je meereist.
Persoonlijke vorming is continu in ontwikkeling. Van de wieg tot het graf ontwikkel je jezelf. Het is nooit af.

Bildung als werkwoord

Bildung begint al met het mixen van de genen. Je krijgt eigenschappen mee van vader en moeder. Zij vormen jouw unieke genenpatroon.
In de wieg ga je daarmee struikelend aan de gang. Je huilt om aandacht en merkt dat je dat resultaat oplevert.
Later ga je naast huilen ook lachen om iets te krijgen zoals b.v. liefde, eten, drinken, schone luier, enz.
Je vormt zo jouw eigen creatieve handelen.
Al doorgroeiend wordt je steeds zelfstandiger. Je vormt steeds meer een eigen mening.
Je zoekt en vindt steeds meer woorden en gebaren om jouw mening te verkondigen.
Afhankelijk van of die mening gehoord wordt, kun je jouw mening toetsen. Die toetsing is van groot belang voor de vorming van jouw genuanceerde denken.
Zitten jullie ’s avond aan tafel te eten en hebben jullie dan een echt gesprek? Kwam jij thuis uit school en was er iemand waar je je verhaal aan kwijt kon? Worden jouw vragen thuis aangehoord, onderzocht en besproken?

Bildung en school

Op school gaat het om kennis vergaren. Al dan niet opgedrongen, krijg je feiten aangedragen die je nog niet op waarde kan schatten. Op de basisschool mag je tot groep acht nog meer spelenderwijs leren. Dan wordt je overhoord door CITO.
Rond je twaalfde zijn jouw docenten de experts in een specifiek kennisgebied. Ze beoordelen continu jouw leer- en herinneringsvermogen. Je vormt je naar en op basis van hun normen. Met als excuus dat je dan later een echte baan kunt krijgen. Meedoen in het economische bestel. Geld verdienen en eigen broek ophouden.
Kun of wil je je niet vormen naar hun normen maar ben je eigenwijs dan val je buiten de boot.
Je bent onderdeel van een groep en er is geen tijd om jou echt als individu te assisteren in jouw vorming. Alles is er op gericht om jou aan te laten haken aan de norm van de school. Op zich nog niet zoveel mis mee. We kunnen nu eenmaal alleen plezierig en georganiseerd met z’n allen samenleven wanneer we ons conformeren aan een gezamenlijke norm.
Richten we ons echter alleen op het volgen van andermans norm dan worden we ongelukkig.
We krijgen vervelende bazen, doen oninteressant werk, krijgen ontslag en burnouts. Op een ‘goed’ moment roepen we stop en willen c.q. moeten dan opnieuw beginnen.
In het beroepsonderwijs is het niet veel anders. Ook hier is het pompen van kennis de hoofdtaak. In korte tijd kennis verwerken en afstuderen. Maar waar vind je de duiding van de waarde en toepasbaarheid van al die kennis? Wie zet je aan het denken over wat waar is en niet waar. Hoe kom je achter de samenhang tussen al die gesegmenteerd aangeleverde informatie?
In plaats van vanuit generalisatie je te leren focussen en specialiseren, wordt je geacht direct keuzes te maken en je te specialiseren. Je hebt alleen nergens geleerd om die keuzes te kunnen maken.

Bildung is struikelen, sprokkelen en knutselen

Stel nu dat jouw mening vanaf de wieg al serieus zou worden genomen, je vanzelfsprekend niet altijd gelijk zou krijgen door gebrek aan kennis en ervaring, maar dat je zou mogen vragen, experimenteren en toetsen.
Stel dat het thuisfront en jouw leerkrachten dit leuk zouden vinden en je graag zouden willen faciliteren in creatief, zelfstandig en genuanceerd denken en handelen?
En stel dat dit alles resulteert in organisaties waarin afgewogen tegenspraak op waarde zou worden gewaardeerd? Hoeveel persoonlijke ellende zou ons dan worden bespaard? Hoeveel meer rendement zouden we uit elkaar kunnen halen?

Laat Bildung geen vak worden als burgerschapskunde. (Wat een woord!! Alsof burgerschap een kunde is!). Laat bildung een gegeven zijn. Een mindset. Een vanzelfsprekende continue bezigheid.
Nogmaals: Bildung is een werkwoord. Geen vak op school. Scholen en dus de docenten zouden vanuit een ’top of mind’ bewustzijn zich dienen te realiseren dat ze een onderdeel zijn van ieders vorming en hun aanbod hierop moeten inrichten.
Laat de economiedocent zijn lessen zo inrichten dat de leerling de samenhang ziet/hoort met b.v. scheikunde of Engelse taal. Waar vinden ze elkaar.
Laat de biologiedocent haar lessen zo inrichten dat de leerling de samenhang ziet/hoort met natuurkunde. Waar vinden ZIJ elkaar?
En laat de school voorzien in bijeenkomsten over de duiding van wat er gebeurt in de maatschappij. Filosofeer en discussieer.
Zo is bildung geen spielerei, geen elitaire bezigheid, geen meester voor de klas die het beter weet.
De school is een ontmoetingsplaats waar kennis wordt gedeeld. Waar onderzoek wordt gedaan. Waar kennisoverdracht in het teken van vorming staat. Tenminste dat zou het in mijn ogen moeten zijn.

Bildung is niets anders dan struikelen door het leven, bij elkaar sprokkelen van antwoorden en knutselen aan oplossingen en verbeteringen. Van de wieg tot het graf.